Reisdag 62: Goat Island Marine Reserve

Na rustig opstarten zitten we rond half elf in de auto naar Leigh, omdat we om 12 uur een tocht gaan maken met een glass bottom-boot, een boot met zoals de naam al zegt een bodem van glas, waardoor de onderwaterwereld ook voor Quint en Zeger te bewonderen is. We varen door het Goat Island Marine Reserve, en in een Marine Reserve mag er niet gevist worden en zijn er dus fraaie volwassen snappers te zien, moki, leatherjackets, etc. Helaas geen roggen vandaag. Ook zien we nog een paar fraaie grotten aan de rand van het eiland. De tocht is een klein uur en dat is prima. Ervoor en erna kijken we in het nabij gelegen Discovery Centrum waar de touch-tank het hoogtepunt is. We voelen aan zee-egels, een zeekomkommer en staan in onze handen met heremietkreeftjes, zeeslakken, zeesterren etc.

In Leigh delen we een stuk gebakken snapper (mag dat eigenlijk wel als je die net in het echt bewonderd hebt? <oeps>)en een paar broodjes, want het is inmiddels na 2 uur en iedereen heeft trek. Zeger wil het allemaal zelf doen, maar hij is zo moe dat het allemaal niet opschiet en hij wordt om de haverklap driftig als we proberen te helpen.

Terug in de auto vallen beide jongens in slaap. Roeland en ik besluiten langs een winery te gaan, want de wijngaarden zijn hier weer ruim aanwezig. De eerste die we bezoeken blijkt in tegenstelling tot de informatie in de folder met de wijnroute dicht. De tweede, Heron’s flight, is wel open, en daar genieten we van een paar mooie rode wijnen gemaakt van Italiaanse druivenrassen. De kids (en met name Quint) worden met het gebruikelijke drama bij een middagslaap wakker als we daar bijna klaar zijn. We kopen nog een paar flessen wijn, eentje voor de laatste twee avonden en twee als souvenir. De jongens komen binnen nog even tot rust met een paar auto’s en wat duplo, maar als we gaan, zet Quint het weer op een huilen. In de auto weer luisterverhalen aan, wat toch wel erg rustgevend werkt gelukkig!

Via de supermarkt rijden we naar huis. Roeland doet met Zeger boodschappen, terwijl Quint en ik in de auto blijven zitten. In de supermarkt hanteren ze hetzelfde principe als in Nederland: je kind mag een gezonde snack pakken. Zeger eet dus heerlijk een hele appel, terwijl hij bij Roeland in de winkelwagen zit. Vanavond eten we een beetje een ratjetoe: pitabroodjes, paprika, komkommer, tomaat, humus, gerookte zalm, brie, gebakken halloumi (hadden we nog over van een ‘hamper’, een ontbijtmand, bij een eerdere accommodatie) en salami. Ook is het weer tijd om dagverslagen te schrijven, we willen graag dat het af is als we thuis komen! Ik merk aan mezelf dat ik steeds meer aan thuis denk de afgelopen dagen. Aan de gezellige (rond de)-kerstdagen die komen gaan, de dingen die we hier gemist hebben (karnemelk), maar ook aan de praktische dingen die geregeld moeten en zijn blijven liggen omdat we er niet waren. Gelukkig valt dat laatste mee!