Reisdag 37: Via Arthur’s Pass naar Seddonville

17 november 2018 - Punakaiki, Nieuw-Zeeland

De dag begint vroeg, Quint moet om 6 uur plassen en gaat gelukkig weer slapen, maar Zeger is om 6.30 uur wakker. Ik ga nog even bij hem liggen, en als Quint ook wakker is mogen ze naar de woonkamer. Ik pak een luier om Zeger te verschonen en dan blijkt het al te laat: een vieze romper en slaapzak, want poepen in je plasluier van de nacht gaat niet. Een snel wasje nog net voor vertrek dan maar... Vanochtend pakken we weer in, en gelukkig is het op zich niet veel werk, want het schiet niet op met een zeurende, aan je been hangende Zeger. De vaat in de vaatwasser is zelfs na twee rondjes draaien niet schoon, rotding, dus we moeten ook nog een deel van de vaat doen. We hebben wel eens een betere start gehad.

Met recht is het vandaag een reisdag: hemelsbreed 199 kilometer, maar de reisafstand bedraagt 387 kilometer, waarbij de planning is er ruim 5 uur op te rijden (zonder stops). Seddonville ligt behoorlijk afgelegen aan de westkust, en we hebben ons van te voren afgevraagd of het het waard is om er vandaag en over 3 dagen zo’n lange rit voor te maken, maar de autorit alleen al zou prachtig moeten zijn, en de accommodatie gezellig en comfortabel, dus we zijn er voor gegaan! 

Natuurlijk vraagt Quint een paar keer hoe ver het nog is, en hebben we af en toe een speen nodig om Zeger te vriend te houden, maar over het algemeen doen ze het goed. Quint wil graag kleuren in zijn Incredibles-kleurboek, maar het bochtenwerk maakt dat we het hem af en toe verbieden, geen zin in wagenziekte! De Arthur’s pass is een mooie route, maar de laaghangende bewolking is op sommige delen spelbreker. Na ongeveer 3 uur in de auto (met een paar korte stops vanwege het mooie uitzicht) bereiken we de kust en doen we een kop koffie. De westkust is spectaculair met stijle bergen aan de ene kant en woeste golven aan de andere, met her en der (restant van) rotspartijen in de branding. We rijden een klein uur naar Punakaiki, waar we naar de Pancake Rocks wandelen. Dit zijn kalksteen rotsen waar zachtere lagen eerder eroderen, waardoor er een gelaagd aspect ontstaat: net een stapel pannenkoeken! Een welkome break, waarna we doorrijden naar de Rough and Tumble Bush Lodge in Seddonville. Het is een uit hout opgetrokken accommodatie midden in de bush, waarbij de buitenruimte deels afgeschermd is met horren om sandflies buiten te houden. Door de regen vanmiddag valt het nu trouwens wel mee met die sandflies. Ze hebben hier in totaal slechts 5 kamers en bieden ‘s avonds de mogelijkheid om mee te eten. Tot 17:00 uur zijn ze open voor wandelaars en mountainbikers, die ze o.a. verse, zelfgemaakte pizza’s serveren, maar ‘s avonds kan je er alleen als gast terecht, mits je je opgeeft voor het diner. Dat maakt het heel knus, want er staan twee grote tafels en daar eet iedereen aan. Het eten is HEERLIJK: pulled pork, aardappelen, zoete aardappelen, pastinaak, gebakken appel, kikkererwtencurry, salade en brownie met vanille-ijs toe. We besluiten gelijk om ons ook voor de andere twee avonden op te geven voor het diner!

Het thema in de auto vandaag was vogels: Quint had het over papegooi (papegaai op zn plat Utregs, bedankt mama en Elles). Onderweg hebben we meerdere waarschuwingsborden gezien: pas op voor weka’s, kiwi’s, kea’s en pinguïns. Blijft leuk, net als de snelheidswaarschuwingen in km/uur bij bochten, waarmee we Quint cijfers proberen te leren. Soms is het deze reis de hele reeks in korte tijd, van 25, 35, 45, 55, 65, 75 en 85, vanwege de vele scherpe bochten.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    23 november 2018
    Ja die paaapegooi is eigenlijk van Tineke Schouten, zij is er groot mee geworden en dat heeft haar heel wat gebracht. Maar Quint heeft het goed onthouden hahaha, ik moest wel lachen toen ik het las.